In mijn jeugdjaren hebben verschillende hondjes, voornamelijk kruisinkjes, de revue gepasseerd. Mijn vader vond een hond wel fijn, maar mijn moeder had het er minder op begrepen. Eentje werd ziek en stierf, eentje “verdween gewoon”, eentje werd aangereden… kortom, geen al te positieve ervaring, te meer dat er één en ander in vraag gesteld kan worden doordat er jammer genoeg van enige dialoog tussen mijn ouders en mij weinig sprake was.
Toen ik 12 was, bracht mijn vader mij naar de Eurodogshow in Kortrijk om eens te gaan kijken en sindsdien ben ik een trouw bezoeker geworden van tentoonstellingen, hoewel dat aanvankelijk tot Kortrijk beperkt bleef.
Het duurde tot mijn 18 jaar voor er een Jack Russell binnenkwam, die voor het eerst overal met me mee ging. Oscar was via de familie Reiners van Ruiselede bij ons gekomen en hij is gedurende ruim 17 jaar mijn beste vriend geweest.
Ondertussen was ik verhuisd en zijn nog enkele honden bij ons komen wonen. Toen ik de kans kreeg om een oudere peper & zout Riesenschnauzer van 7 jaar te adopteren, twijfelde ik geen moment en zo kwam L’Stern bij ons wonen. Met hem liep ik mijn eerste tentoonstelling. Later kwam nog een een dochter van L’Stern, nl. Pluche die Eikelstede bij ons wonen en zo ging het verder. Van het één kwam het ander, de kennelnaam werd aangevraagd en ik zou gaan fokken.
In 1997 maakte een zwaar auto-ongeval daar een eind aan. Ik belandde in rolstoel en gezien het voorbrengen van grote honden moeilijk is als je niet 100% fit bent, heb ik tijdelijk mensen ingeschakeld die dit voor mij deden. Ik had echter het gevoel dat ik daar weinig voldoening kon uit putten. In de hoop dat ik een klein hondjes zelf nog zou kunnen voorbrengen,kwam zwarte Dwergschnauzer Titeka van de Koekshove erbij. Met zowel Titeka als Pluche heb ik gefokt, maar ben daar later niet in verder gegaan, gezien mijn situatie zodanig veranderd was dat ik weer alleen en kleiner moest gaan wonen. Met pijn in het hart heb ik deze periode afgesloten, maar als ik de dingen niet optimaal kan doen, dan doe ik ze liever helemaal niet. Van Titekaatje is wel een zoon bij mij gebleven : Vistup.
Er volgenden enkele moeilijke jaren, waarin ik steeds op de honden kon terugvallen en alle bijkomstigheden zoals het deelnemen aan shows begon te relativeren. De hond op zich vind ik veel belangrijker en veel meer dankbaar dan een beker of rozet.
De liefde voor de windhond groeide dank zij rescue Galgo’s Modest en Kadir, van wie ik zoveel geleerd heb. Daarvoor alleen al ben ik dankbaar, maar het onderlinge gekibbel en gehakketak van de stichtingen hoeft voor mij niet meer.
Sedert 2007 ben ik bestuurslid van de Belgische Whippet Club en verzorg ik het secretariaat. Begin 2023 gaf ik mijn ontslag wegens veranderde prioriteiten, zowel bij de club als bij mezelf.
In het verleden was ik vaak ringhulp op tentoonstellingen, maar uiteindelijk vind ik toch dat mijn eigen honden prioriteit dienen te krijgen. Vandaar dat ik mij nu focus op mijn eigen roedel en ik hoop echt dat ik mijn eigen honden een fijn hondenleven kan bezorgen.
Dit is dan ook mijn enige ambitie.